Fijnmazig netwerk uniek
in Nederland

Regionaal meetnetwerk brengt luchtkwaliteit in beeld
06

e

Als je net buiten Nijkerk tussen de weelderig bloeiende velden van weidevogelgebied Arkemheen staat, zou je nooit vermoeden dat Regio Foodvalley een van de meest dichtbevolkte gebieden is als het gaat om veeteelt. Het bedrijventerrein ligt net buiten zicht, maar de industrie lijkt heel ver weg. Je hoort en ziet alleen maar zeldzame vogels. Het enige dat hier wijst op uitstoot van fijnstof, stikstofdioxide en ammoniak is een paaltje met buisjes. Dat paaltje is onderdeel van een fijnmazig meetnetwerk waarmee wetenschappers van Universiteit Utrecht de luchtkwaliteit in de regio inzichtelijk maken. Onderzoekster Wietske Dohmen is projectleider, promovendus Bas Lô coördineert de metingen.

Lees verder onder de foto.

Weidevogelgebied Arkemheen bij Nijkerk is een van de vele locaties waar metingen worden gedaan.

“Door middel van sensoren – die om de twaalf minuten een signaal kunnen afgeven, dat ieder uur wordt weergegeven – krijg je bijna ‘real time’ informatie.” Verschillende ammoniaksensoren worden nu getest op een meetstation in het Limburgse Vredepeel.  Het type fijnstof- en stikstofdioxidesensoren is al bepaald. Deze worden binnenkort geplaatst op de meetpunten bij mensen thuis.

Het onderzoek, dat deel uitmaakt van het thema Transitie Landbouw binnen de Regio Deal Foodvalley, gaat uit van een integrale aanpak. Dohmen: “We moeten niet naar één effect van maatregelen kijken, maar naar alle mogelijke gevolgen. Als je één ding aanpakt, creëer je misschien ergens anders weer een probleem.”


Sensoren

De maandelijkse resultaten per locatie worden op termijn openbaar gemaakt via een website die ontwikkeld wordt door Regio Foodvalley. De informatie is bedoeld voor boeren, beleidsmakers en bewoners. De volgende stap is het inzetten van sensoren. “Om nog nauwkeuriger te kunnen monitoren willen we veel vaker resultaten meten en die sneller laten zien”, zegt Dohmen. 




Onderzoekster Wietske Dohmen en promovendus Bas Lô bij een van de meetpunten van het meetnetwerk waarmee de luchtkwaliteit in de regio inzichtelijk wordt gemaakt.

Achtertuin

Het omgevingsnetwerk heeft drie onderdelen. Het zogenaamde ‘blootstellingsnetwerk’ bestaat uit zeventig locaties: zestig meetpunten in steden en dorpen en tien in natuurgebieden, zo laat Lô zien. Daarnaast zijn er drie ‘supersites’ met hoogwaardige apparatuur en er worden mobiele metingen gedaan rondom veehouderijen. Lô: “De locaties voor het blootstellingsnetwerk zijn nauwkeurig geselecteerd en vervolgens op een postcodekaart gelegd. Op basis daarvan hebben we tweeduizend brieven gestuurd naar inwoners van Regio Foodvalley. Daarvan wilde tien procent wel een meetpunt in de achtertuin.” De metingen zijn in januari van dit jaar begonnen. Het project duurt in ieder geval twee jaar. De bewoners moeten iedere maand de buisjes wisselen en opsturen naar Utrecht. Lô verzamelt de buisjes op de resterende locaties, waaronder die in Natura 2000-gebieden. Alle inhoud wordt geanalyseerd in een Engels laboratorium.

Tot voor kort werd op een beperkt aantal punten gemeten en aanvullend modellen gebruikt om de hoeveelheden vervuilende stoffen als fijnstof, stikstof en ammoniak in te schatten, legt Dohmen uit. Dat is erg ingewikkeld, zeker in en rond de Gelderse Vallei waar natuur en agrarische gronden door elkaar heen liggen en allerlei processen op elkaar in werken. “Dan geldt het cliché: meten is weten”, lacht Dohmen. “We willen zoveel mogelijk gegevens verzamelen, op veel verschillende plaatsen en dat door de tijd heen. Zo’n fijnmazig netwerk is uniek in Nederland. Hiermee kunnen we de modellen verbeteren, veranderingen in luchtkwaliteit zien en effecten van duurzame maatregelen bij veehouderijen monitoren. Wat doen bijvoorbeeld projecten met oud brood voor varkens of insecten voor kippen met de uitstoot van stikstof in het gebied?”


Fijnmazig netwerk uniek in Nederland

Regionaal meetnetwerk brengt luchtkwaliteit in beeld
06

Als je net buiten Nijkerk tussen de weelderig bloeiende velden van weidevogelgebied Arkemheen staat, zou je nooit vermoeden dat Regio Foodvalley een van de meest dichtbevolkte gebieden is als het gaat om veeteelt. Het bedrijventerrein ligt net buiten zicht, maar de industrie lijkt heel ver weg. Je hoort en ziet alleen maar zeldzame vogels. Het enige dat hier wijst op uitstoot van fijnstof, stikstofdioxide en ammoniak is een paaltje met buisjes. Dat paaltje is onderdeel van een fijnmazig meetnetwerk waarmee wetenschappers van Universiteit Utrecht de luchtkwaliteit in de regio inzichtelijk maken. Onderzoekster Wietske Dohmen is projectleider, promovendus Bas Lô coördineert de metingen.

Weidevogelgebied Arkemheen bij Nijkerk is een van de vele locaties waar metingen worden gedaan.

Sensoren

“Door middel van sensoren – die om de twaalf minuten een signaal kunnen afgeven, dat ieder uur wordt weergegeven – krijg je bijna ‘real time’ informatie.” Verschillende ammoniaksensoren worden nu getest op een meetstation in het Limburgse Vredepeel.  Het type fijnstof- en stikstofdioxidesensoren is al bepaald. Deze worden binnenkort geplaatst op de meetpunten bij mensen thuis.

Het onderzoek, dat deel uitmaakt van het thema Transitie Landbouw binnen de Regio Deal Foodvalley, gaat uit van een integrale aanpak. Dohmen: “We moeten niet naar één effect van maatregelen kijken, maar naar alle mogelijke gevolgen. Als je één ding aanpakt, creëer je misschien ergens anders weer een probleem.”


De maandelijkse resultaten per locatie worden op termijn openbaar gemaakt via een website die ontwikkeld wordt door Regio Foodvalley. De informatie is bedoeld voor boeren, beleidsmakers en bewoners. De volgende stap is het inzetten van sensoren. “Om nog nauwkeuriger te kunnen monitoren willen we veel vaker resultaten meten en die sneller laten zien”, zegt Dohmen. 




Onderzoekster Wietske Dohmen en promovendus Bas Lô bij een van de meetpunten van het meetnetwerk waarmee de luchtkwaliteit in de regio inzichtelijk wordt gemaakt.

Achtertuin

Het omgevingsnetwerk heeft drie onderdelen. Het zogenaamde ‘blootstellingsnetwerk’ bestaat uit zeventig locaties: zestig meetpunten in steden en dorpen en tien in natuurgebieden, zo laat Lô zien. Daarnaast zijn er drie ‘supersites’ met hoogwaardige apparatuur en er worden mobiele metingen gedaan rondom veehouderijen. Lô: “De locaties voor het blootstellingsnetwerk zijn nauwkeurig geselecteerd en vervolgens op een postcodekaart gelegd. Op basis daarvan hebben we tweeduizend brieven gestuurd naar inwoners van Regio Foodvalley. Daarvan wilde tien procent wel een meetpunt in de achtertuin.” De metingen zijn in januari van dit jaar begonnen. Het project duurt in ieder geval twee jaar. De bewoners moeten iedere maand de buisjes wisselen en opsturen naar Utrecht. Lô verzamelt de buisjes op de resterende locaties, waaronder die in Natura 2000-gebieden. Alle inhoud wordt geanalyseerd in een Engels laboratorium.

Tot voor kort werd op een beperkt aantal punten gemeten en aanvullend modellen gebruikt om de hoeveelheden vervuilende stoffen als fijnstof, stikstof en ammoniak in te schatten, legt Dohmen uit. Dat is erg ingewikkeld, zeker in en rond de Gelderse Vallei waar natuur en agrarische gronden door elkaar heen liggen en allerlei processen op elkaar in werken. “Dan geldt het cliché: meten is weten”, lacht Dohmen. “We willen zoveel mogelijk gegevens verzamelen, op veel verschillende plaatsen en dat door de tijd heen. Zo’n fijnmazig netwerk is uniek in Nederland. Hiermee kunnen we de modellen verbeteren, veranderingen in luchtkwaliteit zien en effecten van duurzame maatregelen bij veehouderijen monitoren. Wat doen bijvoorbeeld projecten met oud brood voor varkens of insecten voor kippen met de uitstoot van stikstof in het gebied?”


Online magazines Regio Foodvalley

Op deze pagina vindt u online magazines van Regio Foodvalley. In deze magazines worden projecten en initiatieven van Regio Foodvalley uitgelicht.
Volledig scherm