Bereikbaarheidsagenda
2023-2026 Regio Foodvalley
Gedragsverandering in het onderwijs moet eraan bijdragen het drukke verkeer naar de WUR-campus in Wageningen te spreiden.
De komende jaren worden er veertigduizend woningen in de regio gebouwd, waardoor het mobiliteitsvraagstuk heel urgent wordt.
Er zijn in de regio een stuk of vijf tot zeven plekken waar zo’n hub met voorrang kan worden aangepakt, zegt Plazier. “De combinatie met andere voorzieningen, zoals een afvalscheidingsstation, een kluis voor postpakketjes of een kiosk, kan de aantrekkelijkheid vergroten.” Voorwaarde is wel dat mensen zekerheid hebben van vervoer, ze moeten als het ware niet misgrijpen naar een fiets. Engbert Stroobosscher ziet mogelijkheden in de combinaties met ‘mobility on demand’. “Via een app roep je bijvoorbeeld een zelfsturende deelwagen op. Die brengt je naar een groene parkeergarage aan de rand van de wijk waar je eigen auto staat. Dat is toekomstmuziek, maar we moeten er alvast over nadenken. Dan hoeven we niet meer van die brede straten vol parkeerplekken aan te leggen.”
Hubs
De komende jaren worden er veertigduizend woningen in de regio gebouwd. Er komen dus nog veel meer mensen die allemaal naar hun werk willen, sporten, boodschappen doen, noem maar op. Het mobiliteitsvraagstuk wordt zo heel urgent. De bereikbaarheidsagenda richtte zich op drie programmalijnen en dat wordt tot 2026 voortgezet, zo geven Plazier en Stroobosscher aan. Het blijft gaan om de externe bereikbaarheid, de interne bereikbaarheid én om duurzame, slimme en veilige mobiliteit. Als het gaat om de eerste twee programmalijnen ziet Regio Foodvalley kansen in zogenaamde ‘hubs’, al dan niet in combinatie met deelvervoer. Paul Plazier: “Een hub is een plek waar meerdere verkeersstromen bij elkaar komen en waar gemakkelijk kan worden overgestapt, zoals nu bijvoorbeeld al gebeurt op een groot station: daar is ruimte voor autoparkeren, een fietsenstalling, er stoppen bussen en treinen. Maar het kan ook kleinschaliger, zoals een combinatie van P+R en deelfietsen aan de rand van een wijk.”
Gedrag
De tweede weg is mensen stimuleren tot ander verkeersgedrag, om zo de regio te ontlasten. Paul Plazier: “De werkgeversaanpak is in de vorige periode al succesvol ingezet. Er is inmiddels een logistiek makelaar actief die bedrijven benadert. Zo’n gedragsverandering willen we nu gaan stimuleren in het onderwijs om het drukke verkeer naar de WUR-campus in Wageningen en de Zandlaan in Ede wat te spreiden. De superspits
’s morgens zou al minder worden als instellingen verschillende aanvangstijden gaan hanteren.” Daarnaast wordt nagedacht over een zogenaamde ‘bewonersaanpak’, die zich vooral ook op nieuwe bewoners gaat richten. “Als iemand ergens komt wonen, is dat dé kans om nieuw reisgedrag aan te meten. Als er een station in de buurt is, goede fietspaden zijn en een bus die frequent rijdt, dan hoeft iemand niet in de oude status quo te vervallen en weer in de auto te stappen.”
Data
De derde programmalijn – duurzaam, slim en veilig vervoer – heeft in de nieuwe Bereikbaarheidsagenda twee componenten. “Ten eerste willen we dat de gemeenten nog meer gebruik gaan maken van data”, legt Paul Plazier uit. “Dat wordt ook landelijk beleid.” Een van de dingen die de acht regiogemeenten samen gaan oppakken, is het ontwikkelen van een Regionaal Verkeersmodel. Engbert Stroobosscher: “Daarin kunnen we alle verkeersstromen simuleren. Zo kunnen we kijken wat voor gevolgen bepaalde woningplannen gaan krijgen en op die manier betere keuzes maken.”
Ponlijn
Als het gaat om openbaar vervoer ziet Stroobosscher betere treinverbindingen voor zich tussen bijvoorbeeld Amersfoort en Nijmegen: “We kunnen onderzoeken of wij de oude Ponlijn weer in ere kunnen herstellen of de Valleilijn direct doortrekken naar Arnhem.” Maar hij ziet ook mogelijkheden voor meer snelbussen om de capaciteit op de rails te ontlasten. Een van de wensen is een snelle verbinding tussen Rhenen en Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede.
Maar eerst even over wat er al bereikt is. Deze bereikbaarheidsagenda is een vervolg op die voor de jaren 2018 tot 2022. “In die periode heeft de regio op meerdere borden moeten schaken om de mobiliteit op peil te houden”, zegt Paul Plazier. Op bovenregionaal niveau is hard gewerkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid op de knooppunten en corridors in de regio op de A1, A12 en via de Rijnbrug bij Rhenen. Binnen de regio is een goede slag gemaakt in het aanleggen van fietsnetwerken. Ook is via werkgevers het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer flink aangejaagd, ondanks dat vanwege corona mensen een tijd lang nauwelijks naar hun werk gingen. “Daarnaast hebben de acht gemeenten een Mobiliteitsfonds ingesteld”, legt Engbert Stroobosscher uit. “Daarmee ondersteunen we grotere projecten van regionaal belang, zoals bijvoorbeeld de ‘A1-corridor’ of de ‘A12-corridor’. Het fonds is agenda-zettend. Zo kunnen we het gesprek met de provincies of het Rijk beter aangaan. We vragen niet alleen geld, maar dragen ook zélf bij.”
Al jarenlang werkt Regio Foodvalley met succes aan goede bereikbaarheid van de regio én goede bereikbaarheid binnen de regio. “Dat betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen”, zegt Engbert Stroobosscher, wethouder van Veenendaal en portefeuillehouder mobiliteit in Regio Foodvalley. “Door de verstedelijkingsopgave en het klimaat moeten wij juist een tandje harder trappen.” Daarom is onlangs de nieuwe Bereikbaarheidsagenda 2023-2026 gepresenteerd. Adviseur stedelijke bereikbaarheid Paul Plazier van MuConsult heeft die helpen opstellen. Samen bespreken Stroobosscher en Plazier de mobiliteitskansen voor de regio in de komende jaren.
Bereikbaarheidsagenda
2023-2026 Regio Foodvalley
Data
De derde programmalijn – duurzaam, slim en veilig vervoer – heeft in de nieuwe Bereikbaarheidsagenda twee componenten. “Ten eerste willen we dat de gemeenten nog meer gebruik gaan maken van data”, legt Paul Plazier uit. “Dat wordt ook landelijk beleid.” Een van de dingen die de acht regiogemeenten samen gaan oppakken, is het ontwikkelen van een Regionaal Verkeersmodel. Engbert Stroobosscher: “Daarin kunnen we alle verkeersstromen simuleren. Zo kunnen we kijken wat voor gevolgen bepaalde woningplannen gaan krijgen en op die manier betere keuzes maken.”
De komende jaren worden er veertigduizend woningen in de regio gebouwd, waardoor het mobiliteitsvraagstuk heel urgent wordt.
Er zijn in de regio een stuk of vijf tot zeven plekken waar zo’n hub met voorrang kan worden aangepakt, zegt Plazier. “De combinatie met andere voorzieningen, zoals een afvalscheidingsstation, een kluis voor postpakketjes of een kiosk, kan de aantrekkelijkheid vergroten.” Voorwaarde is wel dat mensen zekerheid hebben van vervoer, ze moeten als het ware niet misgrijpen naar een fiets. Engbert Stroobosscher ziet mogelijkheden in de combinaties met ‘mobility on demand’. “Via een app roep je bijvoorbeeld een zelfsturende deelwagen op. Die brengt je naar een groene parkeergarage aan de rand van de wijk waar je eigen auto staat. Dat is toekomstmuziek, maar we moeten er alvast over nadenken. Dan hoeven we niet meer van die brede straten vol parkeerplekken aan te leggen.”
Gedragsverandering in het onderwijs moet eraan bijdragen het drukke verkeer naar de WUR-campus in Wageningen te spreiden.
Gedrag
De tweede weg is mensen stimuleren tot ander verkeersgedrag, om zo de regio te ontlasten. Paul Plazier: “De werkgeversaanpak is in de vorige periode al succesvol ingezet. Er is inmiddels een logistiek makelaar actief die bedrijven benadert. Zo’n gedragsverandering willen we nu gaan stimuleren in het onderwijs om het drukke verkeer naar de WUR-campus in Wageningen en de Zandlaan in Ede wat te spreiden. De superspits
’s morgens zou al minder worden als instellingen verschillende aanvangstijden gaan hanteren.” Daarnaast wordt nagedacht over een zogenaamde ‘bewonersaanpak’, die zich vooral ook op nieuwe bewoners gaat richten. “Als iemand ergens komt wonen, is dat dé kans om nieuw reisgedrag aan te meten. Als er een station in de buurt is, goede fietspaden zijn en een bus die frequent rijdt, dan hoeft iemand niet in de oude status quo te vervallen en weer in de auto te stappen.”
Hubs
De komende jaren worden er veertigduizend woningen in de regio gebouwd. Er komen dus nog veel meer mensen die allemaal naar hun werk willen, sporten, boodschappen doen, noem maar op. Het mobiliteitsvraagstuk wordt zo heel urgent. De bereikbaarheidsagenda richtte zich op drie programmalijnen en dat wordt tot 2026 voortgezet, zo geven Plazier en Stroobosscher aan. Het blijft gaan om de externe bereikbaarheid, de interne bereikbaarheid én om duurzame, slimme en veilige mobiliteit. Als het gaat om de eerste twee programmalijnen ziet Regio Foodvalley kansen in zogenaamde ‘hubs’, al dan niet in combinatie met deelvervoer. Paul Plazier: “Een hub is een plek waar meerdere verkeersstromen bij elkaar komen en waar gemakkelijk kan worden overgestapt, zoals nu bijvoorbeeld al gebeurt op een groot station: daar is ruimte voor autoparkeren, een fietsenstalling, er stoppen bussen en treinen. Maar het kan ook kleinschaliger, zoals een combinatie van P+R en deelfietsen aan de rand van een wijk.”
Ponlijn
Als het gaat om openbaar vervoer ziet Stroobosscher betere treinverbindingen voor zich tussen bijvoorbeeld Amersfoort en Nijmegen: “We kunnen onderzoeken of wij de oude Ponlijn weer in ere kunnen herstellen of de Valleilijn direct doortrekken naar Arnhem.” Maar hij ziet ook mogelijkheden voor meer snelbussen om de capaciteit op de rails te ontlasten. Een van de wensen is een snelle verbinding tussen Rhenen en Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede.
Maar eerst even over wat er al bereikt is. Deze bereikbaarheidsagenda is een vervolg op die voor de jaren 2018 tot 2022. “In die periode heeft de regio op meerdere borden moeten schaken om de mobiliteit op peil te houden”, zegt Paul Plazier. Op bovenregionaal niveau is hard gewerkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid op de knooppunten en corridors in de regio op de A1, A12 en via de Rijnbrug bij Rhenen. Binnen de regio is een goede slag gemaakt in het aanleggen van fietsnetwerken. Ook is via werkgevers het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer flink aangejaagd, ondanks dat vanwege corona mensen een tijd lang nauwelijks naar hun werk gingen. “Daarnaast hebben de acht gemeenten een Mobiliteitsfonds ingesteld”, legt Engbert Stroobosscher uit. “Daarmee ondersteunen we grotere projecten van regionaal belang, zoals bijvoorbeeld de ‘A1-corridor’ of de ‘A12-corridor’. Het fonds is agenda-zettend. Zo kunnen we het gesprek met de provincies of het Rijk beter aangaan. We vragen niet alleen geld, maar dragen ook zélf bij.”
Al jarenlang werkt Regio Foodvalley met succes aan goede bereikbaarheid van de regio én goede bereikbaarheid binnen de regio. “Dat betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen”, zegt Engbert Stroobosscher, wethouder van Veenendaal en portefeuillehouder mobiliteit in Regio Foodvalley. “Door de verstedelijkingsopgave en het klimaat moeten wij juist een tandje harder trappen.” Daarom is onlangs de nieuwe Bereikbaarheidsagenda 2023-2026 gepresenteerd. Adviseur stedelijke bereikbaarheid Paul Plazier van MuConsult heeft die helpen opstellen. Samen bespreken Stroobosscher en Plazier de mobiliteitskansen voor de regio in de komende jaren.